De wet werk en zekerheid heeft vele wijzigingen in het arbeidsrecht teweeg gebracht. Één van die wijzigingen is dat in de nieuwe wet is vastgelegd dat de werkgever de werknemer in staat moet stellen om scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie en – voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd – voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst indien de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen.

Werkgevers in actie

Van werkgevers wordt verlangd dat zij actief in de gaten houden of werknemers scholing nodig hebben voor een goede uitoefening van hun functie. Als scholing nodig is, dan moet de werkgever daar voor zorgen en die scholing betalen. De werkgever kan op zijn beurt wel met de werknemer afspreken dat hij (een deel van) de scholingskosten terugbetaalt als het dienstverband door zijn toedoen op korte termijn eindigt.

Extra waarborg voor werknemer

Deze nieuwe scholingsplicht van de werkgever is bedoeld om werknemers een extra waarborg te geven om scholing te krijgen. Als de werknemer kritiek krijgt op zijn functioneren of als hij zelf het idee heeft dat hij bepaalde scholing nodig heeft om zijn functie goed te kunnen (blijven) uitvoeren, dan kan hij – verwijzend naar deze nieuwe wettelijke regeling – zijn werkgever verzoeken om hem scholing aan te bieden.

Extra drempel bij ontslag

Als een werkgever een werknemer wil ontslaan omdat hij niet goed functioneert, dan zal hij duidelijk moeten maken dat het onvoldoende functioneren van de werknemer niet in relatie staat tot een gebrek aan scholing. Als die relatie wel kan worden gelegd, dan zal de kantonrechter ofwel het ontbindingsverzoek afwijzen, ofwel aan de werknemer (bovenop de transitievergoeding) een additionele billijke vergoeding toekennen wegens ernstig verwijtbaar nalaten door de werkgever.

Herplaatsing

De scholingsplicht van werkgevers komt ook bij de herplaatsingsverplichting aan de orde. Als een werkgever een werknemer wil ontslaan, dan zal hij moeten laten zien dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Als herplaatsing wel mogelijk en redelijk is, dan zal de werkgever daarvoor kiezen en de werknemer zo nodig scholing moeten aanbieden.

Voor persoonlijk en deskundig advies over uw scholingsverplichting en de wijze waarop u daar vorm aan kunt/moet geven, kunt u uiteraard bij ons terecht.