Vandaag heeft de Eerste Kamer de Wet flexibel werken aangenomen. Deze wet vervangt de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA). De regels voor de bestaande mogelijkheid voor werknemers om aanpassing van hun arbeidsduur te vragen worden versoepeld. Bovendien kunnen werknemers op basis van deze nieuwe wet ook vragen om wijziging van hun arbeidstijden en van hun arbeidsplaats.

Regels aanpassing arbeidsduur versoepeld

Werknemers kunnen nu een aanvraag tot aanpassing van hun arbeidsduur indienen als zij een jaar in dienst zijn. Die termijn wordt verkort tot een half jaar na aanvang van het dienstverband.

Ook de termijn waarbinnen werknemers – na afwijzing of inwilliging van een eerder verzoek – een nieuw verzoek kunnen indienen wordt verkort; van twee naar één jaar.

Bovendien wordt de wachttermijn verkort. Nu moeten werknemers vier maanden voor de beoogde ingangsdatum hun verzoek om aanpassing van de arbeidsduur indienen. Die termijn wordt verkort tot twee maanden.

Aanpassing arbeidstijden en arbeidsplaats

Het is niet de bedoeling dat werknemers een absoluut recht krijgen op flexibel werken, het is de bedoeling dat zij het recht krijgen om een verzoek aan de werkgever te doen tot aanpassing van arbeidsduur, arbeidsplaats en werktijd.

Wie zwijgt, stemt toe

Als de werkgever een maand voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing niet op het verzoek heeft beslist, dan wordt de arbeidsduur, de arbeidsplaats of de werktijd aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer.

Afwijzing van het verzoek

Het verzoek ten aanzien van de aanpassing van de arbeidsduur of de werktijd mag de werkgever – voor zover het betreft tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing – alleen afwijzen als hij daar zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen voor heeft.

De werkgever stelt de spreiding van de uren vast overeenkomstig de wensen van de werknemer. Als hij de spreiding van de uren wil wijzigen, dan kan dat alleen als de werkgever daarbij een zodanig belang heeft dat de wens van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.

Als de werkgever een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats overweegt af te wijzen, dan moet hij daarover met de werknemer overleggen.

Een eventuele afwijzing moet de werkgever schriftelijk, onder opgave van redenen, aan de werknemer mededelen.

Kleine werkgevers

Aanvankelijk was het plan om de uitzondering die de huidige WAA kent ten aanzien van werkgevers met minder dan 10 werknemers te schrappen maar deze uitzondering blijft toch bestaan.

Voor meer informatie en persoonlijk advies over aanpassing van de arbeidsduur, de werktijden of de arbeidsplaats, kunt u uiteraard bij ons terecht.