Als een werkgever en een werknemer het samen eens zijn over beëindiging van het dienstverband, dan zijn er twee mogelijkheden om het dienstverband te beëindigen: beëindiging met wederzijds goedvinden en opzegging met instemming van de werknemer.

Gisteren zijn we ingegaan op de beëindiging met wederzijds goedvinden, vandaag gaan we in op de opzegging met instemming van de werknemer.

Opzegging met instemming van de werknemer

Bij opzegging met schriftelijke instemming van de werknemer loopt het ontslag niet via het UWV of de kantonrechter. De werkgever vraagt de werknemer om in te stemmen met de opzegging van zijn dienstverband. Als de werknemer schriftelijk instemt, dan mag de werkgever het dienstverband opzeggen.

Schriftelijk

De instemming van de werknemer zal schriftelijk moeten gebeuren, wil de werkgever het dienstverband van de werknemer op kunnen zeggen.

Gang van zaken

De gang van zaken bij opzegging met instemming van de werknemer zal zo gaan dat de werkgever de werknemer verzoekt om met opzegging van zijn dienstverband op te zeggen. Hij zal daarbij moeten aangeven per welke datum hij het dienstverband wil opzeggen, onder welke voorwaarden het dienstverband opgezegd zal worden en hoe hij de afrekening van het dienstverband voor zich ziet. Daarnaast kan hij tal van andere voorstellen doen, bijvoorbeeld over een concurrentiebeding, over een getuigschrift, over de afrekening van studiekosten, enz.

Als de werknemer het met het voorstel van de werkgever eens is, dan kan hij dat schriftelijk aan de werkgever laten weten. Vervolgens kan de werkgever de werknemer weer een brief sturen waarin hij het dienstverband ‘met instemming van de werknemer’ opzegt en per welke datum.

Transitievergoeding

Als een werkgever een dienstverband dat twee jaar of langer heeft geduurd opzegt, dan is hij de transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd. Dat geldt dus óók voor de opzegging van het dienstverband met instemming door de werknemer.

Einddatum

Ingeval van opzegging van een dienstverband moet de geldende opzegtermijn in acht worden genomen. Dat geldt ook voor opzegging van een dienstverband door de werkgever met instemming van de werknemer. De wettelijke opzegtermijn is afhankelijk van de duur van het dienstverband, maar in onderling overleg mogen partijen tot op zekere hoogte van de wettelijke opzegtermijn afwijken.

Bedenktijd

Als een werknemer met de opzegging van zijn dienstverband heeft ingestemd, dan moet de werkgever hem er schriftelijk op wijzen dat hij 14 dagen bedenktijd heeft. Tijdens deze bedenktijd mag de werknemer tot 14 dagen nadat hij met zijn ontslag heeft ingestemd – zonder opgave van redenen – schriftelijk aan de werkgever laten weten dat hij zijn instemming intrekt. De werknemer blijft in dat geval gewoon in dienst. Als de werkgever de werknemer niet op zijn bedenktijd wijst, dan geldt een bedenktijd van zelfs 21 dagen. Van dit wettelijke recht kan niet worden afgeweken.

Voor persoonlijk en deskundig advies over beëindiging van een dienstverband in onderling overleg, kunt u uiteraard bij ons terecht.